Wat doet de Sif
Uit een in 2020 door Wetterskip Fryslân en de SIF gehouden onderzoek onder terreinbeheerders/grondeigenaren bleek inmiddels een groot aantal invasieve exoten op enigerlei wijze schade veroorzaakt in de provincie. En dan met name de grote waternavel, de watercrassula, Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw, waterteunisbloem en reuzenbalsemien. Ook werd melding gemaakt van de aanwezigheid van waterwaaier, waterhyacint, Amerikaanse vogelkers en rimpelroos.
Niet alle soorten komen overal of overal evenveel voor. Zo heeft met name Zuidoost-Fryslân last van de grote waternavel en het noorden van de provincie van watercrassula. Japanse duizendknoop en reuzenberenklauw komen bijna overal voor.
Voorkomen
Dit zijn dus soorten die al voorkomen in de provincie en die om aandacht vragen. Voor andere soorten die ook op de EU-lijst staan dan wel als schadelijk te boek staan, moet voorkomen worden dat ze voet aan de grond krijgen. Daarvoor zetten overheden via wet- en regelgeving in op onder meer import- en handelsverboden en (grens)controles. Maar ook zelf kunnen we hier het nodig aan doen. Gooi bijvoorbeeld nooit vijver- of aquariumplanten in het water. Als je ze kwijt wilt, deponeer ze dan in de groencontainer. Of, vernietig ze zelf. Wat ook helpt is het melden van exoten. Dat kan bijvoorbeeld via de websites waarneming.nl en telmee.nl én de eigen gemeente!
Bestrijden
Het bestrijden van invasieve exoten is vaak lastig. Hoe dan ook luidt de boodschap: wacht niet te lang met bestrijden. Voor je het weet plant het probleem zich letterlijk uit en zijn de gevolgen – en kosten die daaruit voortvloeien – niet te overzien. Anders gezegd: tijdig signaleren, melden en ingrijpen is verstandig.
Bestrijden is veelal maatwerk en sterk gebonden aan de specifieke situatie en leefwijze van de soort. Zo is bijvoorbeeld het bovengronds verwijderen van Japanse duizendknoop in de herfst verspilde moeite. Deze soort plant zich ondergronds voort. Ook het bestrijden van bijvoorbeeld reuzenberenklauw vereist een zorgvuldige aanpak, die ook lang niet altijd afdoende is.
Kennis en ervaring delen
Over de effectiviteit van bestrijdingsmethoden is vaak nog onvoldoende, ook is er veel nog niet bekend. Dat terwijl de kosten vaak hoog zijn. Om die reden is het uitwisselen van kennis over en praktijkervaring met bestrijdingsmethoden belangrijk. Net zo goed als het elkaar informeren over het voorkomen van exoten die zich immers niet aan gebiedsgrenzen houden. Voor je het weet wordt een lokaal probleem en regionale plaag. Niet voor niets zet het CIEF juist in op het delen van kennis en ervaring en voorlichting. De NVWA ondersteunt en initieert onderzoek waarbij onderzocht wordt welke (nieuwe) bestrijdingsmethoden kunnen bijdragen aan (kosten)effectieve bestrijding van invasieve exoten.
Wetterskip Fryslân
De waterschappen lopen in Nederland voorop in de bestrijding van invasieve exoten. Al in 2010 sloot de Unie van Waterschappen een convenant af met o.a. het ministerie van EZ om de biodiversiteit in het water te beschermen. Samen met andere waterschappen introduceerde Wetterskip Fryslân de app ‘snApp de exoot’, waarmee beheerders en burgers exoten kunnen melden. Daarnaast startte Wetterskip Fryslân de campagne ‘Fryslân most wanted’. De campagne brengt de gevaren van invasieve exoten onder de aandacht van het publiek.